Algemeen

Algemeen

Ons onderwijs
 
Benutting van de verplichte onderwijstijd 
Het aantal uren dat kinderen van een basisschool verplicht onderwijs moeten volgen is voor de groepen 1 t/m 4 minimaal 880 uur en voor de groepen 5 t/m 8 1000 uur per jaar. Onze scholen voldoen hier ruimschoots aan.
 
De groepen 1 en 2
Voor het onderwijs in de kleutergroepen maken we gebruik van de methodes Kleuterplein, versie 2 (An Noer) en Piramide (Al Qalam). Het onderwijs krijgt vorm door middel van thema’s, die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Een thema duurt enkele weken en veel activiteiten zijn daar op gericht. 
De kleuters ontwikkelen zich al doende tijdens hun spel, tijdens het maken van werkjes en tijdens kringactiviteiten. Tijdens kringactiviteiten besteden de leerkrachten, samen met de onderwijsassistenten veel aandacht aan basisvorming van taal-  en rekenvaardigheden. Zo is het spelen in zand- en watertafel een voorbereiding op het rekenen. Kinderen leren begrippen zoals: meer, minder, een beetje, veel, evenveel.
Verder werken de kinderen uit de kieskasten met constructiemateriaal, lotto’s, puzzels en andere ontwikkelingsmaterialen.
 
In de groepen 1 en 2 richten we ons met name op de volgende ontwikkelingsgebieden:
-Verstandelijke ontwikkeling, denken, taal, rekenen.
-Sociaal-emotionele ontwikkeling.
-Zintuiglijke ontwikkeling.
-Motorische ontwikkeling.
-Spelontwikkeling.
-Creativiteitsontwikkeling en ontwikkelen van werkhouding.
-Ontwikkeling van competenties, relaties en zelfstandigheid.
 
LOGO3000
LOGO3000 is een woordenschatprogramma dat naast de methodes Kleuterplein en Piramide in de onderbouw gebruikt wordt. LOGO3000 is gericht op de woordenschatontwikkeling. Met dit programma bieden de leerkrachten de kleuters in twee jaar tijd 3000 woorden van de Basiswoordenlijst Amsterdamse Kleuters aan.
Met het materiaal van LOGO3000 bieden de leerkrachten de geselecteerde themawoorden, volgens de viertakt van Verhallen, op een effectieve, speelse en gestructureerde manier aan. De leerkrachten selecteren per vier weken woorden die bij het aangeboden thema passen.  De woorden worden door middel van clusters, praatplaten en kalenderwoorden aangeboden.     
 
Fonemisch bewustzijn, gecijferdheid en begrijpend luisteren
In de onderbouw wordt naast de methodes Kleuterplein en Piramide gebruik gemaakt van de CPS-mappen Fonemisch bewustzijn, Gecijferd bewustzijn en Begrijpend luisteren en woordenschat.
Met de lessen uit de map fonemisch bewustzijn werken de leerkrachten gestructureerd en didactisch verantwoord aan het fonemische bewustzijn van de kleuters. De lessen zorgen voor een goede leesstart in groep drie. Fonemisch bewustzijn staat voor 'het bewustzijn van klanken in woorden' en bestaat onder meer uit analyseren (hakken), synthetiseren (plakken) en vaardigheden rondom letters. Fonemisch bewustzijn is een belangrijk onderdeel van beginnende geletterdheid.                                                                             
De leerkrachten bieden wekelijks lessen aan die gericht zijn op vaardigheden rond klanken en letters. Voor de groepen een en twee  leerlingen worden wekelijks een les ingepland. De lessen worden in kleine groepjes aangeboden.
 
Met de lessen uit de map gecijferdheid bewustzijn bieden de leerkrachten de kleuters veel activiteiten en lessen aan om (voorbereidend) rekenen vorm te geven en tijdig achterstanden te signaleren. De lessen zorgen voor een goede rekenstart in groep drie.
De leerkrachten bieden wekelijks een rekenles aan. De rekenles bestaat uit diverse didactische aspecten zoals hardop denken, ontdekken en in interactie verkennen van een rekenprobleem. Voor de groepen een en twee leerlingen worden wekelijks een les ingepland. De lessen worden in kleine groepjes aangeboden.
 
Met de lessen uit de map Begrijpend luisteren en woordenschat bieden de leerkrachten de leerlingen door middel van het voorlezen van prentenboeken veel voorleesplezier. Ondertussen doen ze veel kennis op van de wereld en vergroten ze hun woordenschat. Op deze manier leggen ze alvast een basis voor later als ze zelf teksten gaan lezen. De ontwikkeling van het leesbegrip begint met het begrijpend luisteren.
Wekelijks selecteert de leerkracht een prentenboek uit die in kleine groepen wordt aangeboden.
De activiteiten die tijdens het voorlezen worden aangeboden dagen de leerlingen uit na te denken over de inhoud van de tekst en vergroten hun woordenschat.
 
Leer- en vormingsgebieden groepen 3 tot en met 8
In de midden – en bovenbouw krijgt het kind onderwijs, waarbij de ontwikkeling steeds centraal staat, maar we volgen methodes voor de verschillende leer – en vormingsgebieden om alle aspecten aan de orde te laten komen. De methodes kunnen differentiëren op drie niveaus: klassikale instructie voor de gemiddelde leerling, extra/verlengde instructie voor leerlingen die meer uitleg nodig hebben en zelfstandig werken en plustaken voor de leerling die minder/geen uitleg nodig heeft.  Na een aantal lessen volgt een methodetoets om te controleren of leerlingen de stof beheersen. Twee keer per jaar worden er voor diverse vakken Cito toetsen afgenomen.
 
Lezen
Aanvankelijk Lezen
In groep 3 leert het kind lezen. Hierbij maken we gebruik van de methode Veilig Leren Lezen, KIM-versie.
Technisch Lezen 
In de groepen 4 t/m 8 streven we naar een evenwichtige invulling van het technisch leesonderwijs: naast instructie is er voldoende aandacht voor toepassing van de leesvaardigheid. Bovendien wordt er zowel aandacht besteed aan correct lezen als aan vlot en vloeiend technisch lezen. Zwakke lezers krijgen veel instructie op het juiste niveau en meer leertijd. We gebruiken hiervoor de methode Estafette. Daarnaast zetten wij het interventie-programma Bouw! in voor leerlingen die opvallen bij het aanleren van de klanken. Hier wordt medio groep 2 mee gestart zodat leerlingen met een gedegen basis kunnen starten in groep 3. Ook komt in de hogere groepen het accent steeds meer te liggen op het begrijpend lezen en later ook op het studerend lezen.
 
Taal
Vanaf groep 4 wordt er  gewerkt met de methodes Staal (An Noer) en Taal Actief (Al Qalam). 
Deze methodes worden gekenmerkt door:
-Veel differentiatiemogelijkheden. 
-Het kind  kan zowel bij de instructie als bij de verwerking meer en beter zelfstandig werken.
-De opdrachten in de leerlingenboeken, maar  ook de extra materialen voor taal en spelling bieden kinderen de mogelijkheid om vaker en daadwerkelijk zelfstandig te werken.
-Uitbreidingsmogelijkheden. Het basisprogramma laat zich eenvoudig uitbreiden op het moment  dat de leerkracht of de kinderen eraan toe zijn. 
Daarnaast zetten wij vanaf groep 5 Snappet in, zodat leerlingen aan individuele doelen kunnen werken met een bijpassend  streefniveau.
 
Rekenen 
Onze scholen gebruiken de methodes Reken Zeker (An Noer) en Wereld in getallen (Al Qalam). Het uitgangspunt bij rekenen is dat kinderen met plezier en vol vertrouwen leren rekenen. 
De kinderen krijgen dagelijks instructie waarna ze zelfstandig gaan oefenen. Hiernaast maken wij, indien nodig,  gebruik van de methode Maatwerk om kinderen extra stof aan te bieden wanneer zij dat nodig blijken te hebben.  Ook zetten wij vanaf groep 5 Snappet in, zodat leerlingen aan individuele doelen kunnen werken met een bijpassend  streefniveau.
 
Schrijfonderwijs
Om vloeiend te kunnen schrijven moet de motorische ontwikkeling van kinderen goed verlopen zijn: zowel de grove- als de fijne motoriek en de oog-hand coördinatie als de ruimtelijke oriëntatie. In de groepen 1 en 2 oefenen we die door middel van bewegingslessen, het klimmen en klauteren en de vele ontwikkelingsmaterialen.  Vanaf groep 3 t/m 7 hanteren we de methode Pennenstreken, een doorgaande lijn technisch schrijven voor het basisonderwijs. Tot aan het einde van groep7 wordt aandacht besteed aan het handschrift. 
Het einddoel van Pennenstreken is: teksten kunnen schrijven in een acceptabel tempo en in een goed leesbaar handschrift. Wanneer er zorgen zijn over de motoriek, verwijzen we door naar een kinderfysiotherapeut.
 
Zaakvakken
In de kleutergroepen werken we aan de ontwikkeling van het tijdsbesef en de wereldoriëntatie onder andere door middel van versjes en gedichtjes waarin het dag- en week- ritme steeds aan de orde komen en door gesprekjes over allerlei zaken. 
We werken voor de zaakvakken met de methoden “De zaken van Zwijsen” en “Wijzer!. Met deze methodes  geven wij  onderwijs dat past bij deze tijd en bij de belevingswereld van kinderen.
 
Gymnastiek
Bij de kleuters wordt dit vak in principe door de eigen leerkracht gegeven. Vanaf groep 3 wordt er gewerkt met een eigen vakdocent. De lessen worden volgens een van tevoren opgesteld plan gegeven. Eigen vaardigheid is belangrijk. Eén keer per jaar houden wij, bij goed weer, een sportdag.
 
Sociaal- emotionele ontwikkeling en sociale veiligheid
De scholen hebben naast hun taak van kennisoverdracht ook de taak om o.a. de volgende vaardigheden bij de leerlingen te ontwikkelen: omgaan met gevoelens van zichzelf en anderen, inleven in wat een ander voelt, waarneemt, wil en denkt, omgaan met conflicten, vredelievendheid, omgaan met relaties (vriendschap) en het bevorderen van het zelfvertrouwen.  In één zin gezegd; het bij leerlingen ontwikkelen van kennis en vaardigheden, welke zij nodig hebben om deel te kunnen nemen aan onze multiculturele samenleving. De school stelt zich daarmee tot taak het kind te leren alle mensen als gelijkwaardig te accepteren, ongeacht hun nationaliteit, ras, geloof, leeftijd, geslacht of politieke overtuiging.
We werken wij met de Finse methode KiVa. Deze methode biedt een schoolbreed programma, gericht op positieve groepsvorming en het versterken van de sociale veiligheid op basisscholen. KiVa stimuleert de sociale vaardigheden en de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen. Daarmee wordt de sociale veiligheid op onze scholen versterkt en worden groepsproblemen zoals pesten effectief tegengegaan. Binnen KiVa ligt de nadruk op de groep als geheel en dus niet op specifieke individuen.
 
Sociale Veiligheid en Sociale Opbrengsten
Kinderen hebben recht op een veilige schoolomgeving. Maar dat kan alleen maar gehandhaafd worden als de school, ouders en kinderen samen alert blijven op pestsignalen en daar meteen maatregelen tegen treffen. De leerkrachten maken ieder jaar in het begin van het schooljaar samen
met de kinderen afspraken over de omgang met elkaar. Deze afspraken komen wekelijks terug in de lessen van de anti-pestmethode KiVa.  Daarnaast zijn onze scholen in het bezit van een anti-pestprotocol.
 
Verkeer  
Naast aandacht voor de verkeersregels is er veel aandacht voor verkeersbewuste mentaliteit. Dat doen wij door deel te nemen aan het programma  SCHOOL op SEEF. Dit programma is  een goede aanpak van verkeersveiligheid en verkeers-educatie aan kinderen in de basisschool-leeftijd. Hier worden kinderen in een veilige omgeving op een eigentijdse manier begeleid in hun ontwikkeling tot duurzaam veilige weggebruikers. Het programma SCHOOL op SEEF biedt de mogelijkheid om vanuit verschillende facetten (educatie, infrastructuur, communicatie, etc.) hieraan te werken. 
De groepen 1/2 starten dit schooljaar met het gebruik van de verkeersmethode ‘Leer in het verkeer’. 
 
Expressie
Voor de expressieactiviteiten maken we gebruik van de methode “Moet je doen”. De methode voldoet aan de kerndoelen en omvat o.a. de volgende activiteiten: drama, handvaardigheid, tekenen en muziek. De opbouw van de methode is concentrisch: onderdelen komen in de volgende leerjaren  opnieuw aan de orde, waarbij er wordt uitgegaan van de doorgaande ontwikkeling van het kind. Dit leidt tot differentiatie, waarbij elk kind zijn of haar eigen mogelijkheden kan gebruiken en verder kan ontwikkelen. 
 
Spreekbeurten en boekbesprekingen
We proberen kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op onze maatschappij waarbij taalvaardigheid en expressievaardigheden steeds belangrijker worden. De kinderen krijgen vanaf groep 4 ruim de gelegenheid tot het houden van spreekbeurten en boekbesprekingen.
 
ICT
Een wereld zonder digitale middelen is nauwelijks meer voor te stellen. Wij vinden het  daarom belangrijk dat kinderen op een verantwoorde manier leren omgaan met deze middelen
 
Voor de leerlingen van de groepen 1 en 2 worden I-pads gebruikt om het taal- en rekenonderwijs te ondersteunen. Daarvoor gebruiken de leerlingen de software van Kleuterplein en Piramide. 
In groep 3 t/m 5 worden chromebooks ingezet. De leerlingen van groep 5 t/m 8 werken ook op chromebooks met het programma Snappet.  Om leerlingen te ondersteunen in hun digitale leefwereld gebruiken wij  MOO (Mijn Omgeving Online). Deze online leer- en werkomgeving sluit goed aan bij de 21eeuwse vaardigheden.  
 
Het werken met de computer is geen doel op zich maar een middel om het dagelijks onderwijs te ondersteunen.  Bij veel van de door ons gebruikte methoden horen digitale programma’s die leerlingen de mogelijkheid bieden om zich de stof op een andere manier eigen te maken. Wij gebruiken in alle groepen een moderne touchscreen.
 
Huiswerk 
In de groepen 5 t/m 8 krijgen de leerlingen structureel huiswerk.  Uitgangspunt is dat de leerlingen het huiswerk zo zelfstandig mogelijk maken en vooral verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen handelen in deze. In de groepen 1/2, 3 en 4 krijgen de leerlingen incidenteel huiswerk.  
Doel hiervan is:
zelfstandig leren;
geconcentreerd leren werken;
leren plannen van het huiswerk;
wennen aan het fenomeen “huiswerk” ter voorbereiding op het voortgezet onderwijs. 
 
Extra activiteiten
Naast de genoemde leer-en vormingsgebieden zijn de scholen ook actief op andere gebieden, zoals:
-schoolsportdag en Koningsdag;
-schoolreis voor de groepen 1 t/m 7;
-schoolkamp groep 8;
-afsluiting schoolperiode door groep 8;
-excursies en lessen in het kader van Natuur, kunst en Cultuur;
-viering van Eid ul Fitr en Eid ul Adha;
-kinderboekenweek en Nationale Voorleesdagen;
-lessen van Bureau Halt.;
-Lessen over de Tweede Wereldoorlog en de holocaust.
 
Actief burgerschapsonderwijs en sociale integratie
Het Ministerie van OCW formuleert actief burgerschap als: de bereidheid en  het vermogen om deel uit  te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. In de toelichting op de WPO over de verplichting voor scholen om bij te dragen aan de integratie van kinderen in de Nederlandse samenleving, wordt onder sociale integratie verstaan: een deelname  van  burgers  (ongeacht  hun  etnische  of  culturele  achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur.
 
Alleen al door onze kinderen staat de school midden in de samenleving. Deze is steeds meer gericht op individualisering. Daarmee  neemt  de sociale binding  (ook sociale  cohesie genoemd) af. Plichten en rechten die horen bij burgerschap zijn hierdoor soms op de achtergrond geraakt. Wij hebben de overtuiging dat meer menselijke solidariteit en goede manieren, kortom burgerschapsgedrag, bijdraagt aan de sociale cohesie.  
Op school leren kinderen om met anderen op basis van gelijkwaardigheid samen te werken. Op deze wijze worden ze voorbereid om in de maatschappij goed te kunnen functioneren.  Kinderen nemen zelf ook deel aan het maatschappelijk leven in uiteenlopende  situaties: op straat, bij sport, in clubjes, bij  familie, onder vrienden. Wij benutten die ervaringen en stimuleren kinderen in hun maatschappelijke participatie.  

– In de kerndoelen voor het basisonderwijs is met betrekking tot burgerschap aangegeven: 
– De kinderen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger.
– De kinderen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.
– De kinderen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen. 
– De kinderen leren zorg te dragen voor de  lichamelijke en psychische gezondheid  van henzelf en van anderen.
– De kinderen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht als verkeersdeelnemer. 
– De kinderen leren met zorg om te gaan met het milieu.
 
Actief burgerschap is een deel van de pedagogische opdracht van de school. Dit betekent dat wij niet volstaan met het aanbieden van traditionele kennis uit de schoolvakken, maar ook door het burgerschap actief te integreren en op deze manier de kinderen zelf te laten ervaren wat dit begrip  werkelijk betekent. Wij stimuleren de kinderen  om zelf taken aan te pakken waarmee zij bijdragen aan gemeenschapsbelangen op buitenschools terrein en betrekken daar buitenschoolse connecties bij. Wij zoeken mogelijkheden voor kinderen om een actievere rol te spelen in de school-gemeenschap met meer verantwoordelijkheden voor besluitvorming en uitvoering.
Bij de invulling van actief burgerschap en sociale integratie gebruiken we verschillende methodes om een structureel aanbod te garanderen.
 
Naast de methodes wordt er ook op een andere manier invulling gegeven aan burgerschap
en sociale integratie door middel van diverse activiteiten (o.a.): 
– Schoolkamp in groep 8
– Sportdagen met andere scholen (o.a. voetbal).
– Gastsprekers over diverse onderwerpen (geloof, politie, bureau Halt, Tweede Wereldoorlog, kunstenaars).
– Snuffelstagiaires uit praktijkonderwijs.
– Bezoek aan tentoonstellingen, exposities, theater en musea.
– Activiteiten verzorgd vanuit het CultuurPalet
– Activiteiten vanuit Natuur- en Milieueducatie
– Thema-afsluitingen
– Jeugdavondvierdaagse.